Algemeen
De complexiteit van de zorg in Nederland neemt toe. Er is een groei zichtbaar in het aantal mensen met een chronische ziekte en comorbiditeit. Zorgvragers worden steeds mondiger en de beschikbaarheid van mantelzorgers neemt af (Van der Velden, Francke & Batenburg, 2011). Als gevolg van veranderende visie op gezondheid, van ‘ziekte en zorg’ naar ‘gezondheid en gedrag’, wordt ondersteuning van zelfmanagement van zorgvragers een steeds grotere taak in de zorg. Deze toename van complexiteit van ziekte (case complexity) en van zorgvragers (patiënt complexity) leidt tot meer vraag naar ketenzorg, waarin de verpleegkundige een belangrijk verbindingspersoon is tussen de zorgvrager en andere disciplines (Lambregts, Grotendorst & van Merwijk, 2015).
Dit betekent dat de verpleegkundige op basis van gelijkwaardigheid samenwerkt met de zorgvrager en zijn sociale netwerk. Gezondheidsbeleving en hoe mensen omgaan met hun gezondheid verschilt per zorgvrager. Mensen die hebben ervaren invloed te kunnen uitoefenen op hun gezondheidssituatie, kunnen in een volgende situatie gemakkelijker problemen aanpakken en zich meer open opstellen naar de geboden interventies dan mensen die deze ervaring niet hebben gehad (Van der Burgt & Verhulst, 2018).
Communiceren in de zorg is het overbrengen en ontvangen van een boodschap, het uitwisselen van informatie tussen mensen. Het is een doorlopend proces van informatie uitwisselen tussen zorgvrager en zorgverlener: de ene reageert steeds op de andere. In een gesprek zijn niet alleen de woorden die je gebruikt belangrijk. Nog belangrijker is de manier waarop je die woorden zegt en hoe je je gezicht of lichaamstaal gebruikt. Daarom is het belangrijk om tijdens een gesprek ook op de eigen mimiek en lichaamstaal te letten, alsook op die van je gesprekspartner en de betekenis hiervan te kennen (Zorg voor Beter, 2021).
Beschrijving
Je gaat professioneel en doelgericht om met zorgvragers in verschillende complexe situaties (bijv. weerstand, agressie, ongewenste intimiteiten, conflicten en/of emoties) uit verschillende doelgroepen (bijv. kinderen, ggz, verstandelijke beperking, intercultureel). Je versterkt (zo ver als mogelijk) het zelfmanagement van deze zorgvragers in hun sociale context. Je richt je hierbij op gezamenlijke besluitvorming. Je houdt hierbij rekening met de complexiteit van de problematiek. Je houdt in je communicatie rekening met het referentiekader, persoonlijke factoren, informatiebehoefte en moreel-ethische context van de zorgvrager.
Vanuit communicatietheorieën en theorieën uit de psychologie verantwoord je je manier van communiceren, hierin houd je tevens rekening met de actuele en relevante wet- en regelgeving (bijv. recht op informatie, privacy en meldcode). Je kunt strubbelingen in de communicatie analyseren op procedure-, inhouds- en procesniveau. Aan de hand van deze analyse schakel je naar een ander niveau van communicatie wanneer dit noodzakelijk blijkt. Je reflecteert op je eigen manier van communiceren, en herkent hierbij onderliggende motieven, normen, waarden en emoties. Je past naar aanleiding van deze reflectie indien nodig je communicatie aan. Je geeft op een constructieve manier feedback aan anderen en je bent in staat om feedback van anderen op een constructieve manier te ontvangen.
- Wat wil je zien:
- Communiceren, handelen/toepassen, verantwoorden, analyseren, reflecteren.
- Welke opleiding specifieke competentie:
- Communicator (C1), Reflectieve EBP-professional (R3), Samenwerkingspartner (S1), Zorgverlener (Z2).
- Welk thema:
- Zelfmanagement versterken, Indiceren van Zorg, Persoonsgerichte communicatie, onderzoekend vermogen, professionele reflectie, morele sensitiviteit, zelfmanagement, deskundigheidsbevordering.
- Welke standaarden:
- Communicatieniveaus (inhoud, proces, procedure), communicatietheorieën (o.a. LSD, feedback, parafraseren, spiegelen gevoelsreflecties, conflicthantering, omgaan met agressie, motiverende gespreksvoering, shared-decision-making), psychologie (o.a. communicatiestoornissen, coping stijlen, ziekte-inzicht, weerstand, emoties, empathie, empowerment, motivatie en persoonlijkheidsleer) sociologie (o.a. diversiteit, etniciteit en culturele achtergronden, levensbeschouwelijke en ideologische overtuigingen, interculturalisatie, interactiemodellen), ethiek (o.a. moreel-ethische context van zorg en moreel-ethische waarden, Tronto) en recht (o.a. wet bescherming persoonsgegevens, wet op privacy, meldcode).
- HBO-niveau/reikwijdte:
- NLQF 6.
- Aanbevolen leerhulpmiddelen:
-
- Emmens G., Meulen, S. van der (2018). Verpleegkundige gespreksvoering. (1e druk). Amsterdam: Boom. Faculty of skills. Effectieve gespreksvoering gezondheidszorg DT.
- EC:
- 10.
Focusrollen
Communicator (C), Samenwerkingspartner (S), Organisator (O), Reflectieve EBP-professional(R), Gezondheidsbevorderaar (G)
Competenties
uit BN2020
- De verpleegkundige versterkt (zo ver als mogelijk) het zelfmanagement van mensen in hun sociale context. Ze richt zich daarbij op gezamenlijke besluitvorming met de zorgvrager en diens naasten en houdt hierbij rekening met de diversiteit in persoonlijke eigenschappen, etnische, culturele en levensbeschouwelijke achtergronden en ideologische overtuigingen. (Z2)
- De verpleegkundige communiceert op persoonsgerichte en professionele wijze met de zorgvrager en diens informele netwerk, waarbij voor optimale informatie-uitwisseling wordt gezorgd. (C1)
- De verpleegkundige gaat een vertrouwensrelatie aan, werkt effectief samen vanuit het principe van gezamenlijke besluitvorming met de zorgvrager en diens naasten en ondersteunt hen in het zelfmanagement. (S1)
- De verpleegkundige werkt zowel binnen als buiten de eigen organisatie samen met andere beroepsbeoefenaren of instanties waarin zij als autonome professional haar bijdrage levert aan de kwaliteit en continuïteit van zorg. (S2)
- De verpleegkundige reflecteert voortdurend en methodisch op haar eigen handelen in de samenwerking met de zorgvrager en andere zorgverleners en betrekt hierbij inhoudelijke, procesmatige en moreel-ethische aspecten van haar keuzes en beslissingen. (R3)
- De verpleegkundige bevordert de gezondheid van de zorgvrager of groepen zorgvragers door het organiseren en toepassen van passende vormen van preventie die zich ook richten op het bevorderen van het zelfmanagement en het gebruik van eigen netwerk van de patiënt. (G1)
- De verpleegkundige toont leiderschap in het verpleegkundig handelen en in de samenwerking met anderen en weegt de verschillende belangen waarbij het belang van de zorgvrager voorop staat. (O1)
- De verpleegkundige plant en coördineert de zorg rondom de zorgvrager/groep zorgvragers. (O2)
Thema’s
uit BN 2020
- Zelfmanagement versterken, Persoonsgerichte communicatie, Inzet ICT, Professionele relatie, Gezamenlijke besluitvorming, Multidisciplinair samenwerken, Continuïteit van zorg, Deskundigheidsbevordering, Professionele reflectie (R),Morele sensitiviteit, Preventiegericht analyseren, Gezond gedrag bevorderen,Verpleegkundig leiderschap, Coördinatie van zorg
BoKs
- O.a. Verpleegkunde, psychologie, sociologie, communicatie, recht, informatietechnologie Verpleegkundige verslaglegging, zelfmanagement, visie op zorg, verpleegkundig samenwerken, verpleegkundig leiderschap, zorgsystemen, ethiek, recht, sociologie, organisatiekunde, communicatieve vaardigheden, voorlichting, ICT en media.
Werkwijze
De student vult het voorwaardelijke Word-document in met de linkjes (url) van video-opnames, waarin de student zijn of haar gesprekstechnieken laat zien. De video-opnames bestaat uit minimaal 15 en maximaal 25 minuten filmmateriaal, waarin de student een gesprek voert met minimaal twee zorgvragers met verschillende zorgvragen. In deze video laat de student in ieder geval motivationele gesprekstechnieken zien waarmee de student zichtbaar het zelfmanagement van de zorgvrager versterkt en aansluit in de communicatie bij het referentiekader, attributie en gedrag van de zorgvrager. Er wordt een (theoretische) verantwoording gegeven (mondeling verwoord in een apart bijgevoegde filmopname van maximaal 10 minuten) waarom er gekozen is voor bepaalde gesprekstechnieken en welk effect deze hebben gehad op het gesprek. Ook bevat het portfolio reflecties op eigen communicatie en feedback van anderen, waarbij gebruik is gemaakt van het hieronder beschikbaar gestelde formulier.
Toetsing en beoordeling
Toetsprocedure
- Beroepsproduct:
- filmmateriaal
- Toetsvorm:
- filmmateriaal met verantwoording
- Maximum aantal woorden/maximum minuten:
- – Mondeling minimaal 15 minuten en maximaal 25 minuten opgenomen filmmateriaal (2 filmpjes in totaal) met betrekking tot de casuïstiek.
– Mondelinge (theoretische) verantwoording (verwoord in een apart bijgevoegde opname van maximaal 10 minuten), waarom er gekozen is voor bepaalde gesprekstechnieken en welk effect deze hebben gehad op het gesprek.
- Aantal beoordelaars:
- 1 (bij cijfer tussen 5 en 6 altijd twee)
- Wijze van inschrijving:
- Student schrijft zich voorafgaand aan het inleveren van de toets in voor de betreffende toets in OSIRIS
- Wijze van inleveren:
- Urkund inleverpunt op Blackboard
- Beoordelingstermijn:
- 15 werkdagen
- Cijfer:
- Cijfer = 1+ ((gewogen som – 1) / 4) * 9. De cesuurgrens ligt op 5,5.
- Reparatiemogelijkheid bij herkansing:
- Ja
Werkwijze
Je vult het voorwaardelijke Word-document in met de linkjes (url) van video-opnames, waarin je je gesprekstechnieken laat zien. De video-opnames bestaan uit minimaal 15 en maximaal 25 minuten filmmateriaal (2 filmpjes in totaal), waarin je een gesprek voert met minimaal twee zorgvragers met verschillende zorgvragen. In deze video laat je motiverende gesprekstechnieken zien waarmee je zichtbaar het zelfmanagement van de zorgvrager versterkt en aansluit in de communicatie bij het referentiekader en gedrag van de zorgvrager. Je geeft een (theoretische) verantwoording (mondeling verwoord in een apart bijgevoegde filmopname van maximaal 10 minuten) waarom er gekozen is voor bepaalde gesprekstechnieken en welk effect deze hebben gehad op het gesprek. Ook bevat de verantwoording reflecties op je eigen communicatie en feedback van anderen.
Beoordelingsprocedure
- De beoordelaar checkt of aan alle voorwaardelijke criteria is voldaan. Indien aan 1 of meerdere voorwaarden niet voldaan is, wordt de opdracht beoordeeld met NVD en wordt deze niet verder nagekeken. De ingeleverde opdracht wordt met een plagiaatprogramma gecontroleerd op plagiaat. Naast het plagiaatpercentage dient de beoordelaar de plagiaatrapportage in te zien om zich ervan te vergewissen dat er geen plagiaat is gepleegd. Indien plagiaat wordt vermoed wordt er een zaak aangemaakt bij de examencommissie en wordt het verslag niet verder nagekeken. Plagiaat kan leiden tot uitsluiting van de toets en in ernstige gevallen zelfs tot uitsluiting van de opleiding (zie OER).
- De ingeleverde opdracht wordt met een plagiaatprogramma gecontroleerd op plagiaat. Naast het plagiaatpercentage dient de beoordelaar de plagiaatrapportage in te zien om zich ervan te vergewissen dat er geen plagiaat is gepleegd. Indien plagiaat wordt vermoed wordt er een zaak aangemaakt bij de examencommissie en wordt het portfolio niet verder nagekeken. Plagiaat kan leiden tot uitsluiting van de toets en in ernstige gevallen zelf uitsluiting van de opleiding.
- Indien aan alle voorwaardelijke criteria wordt voldaan wordt de opdracht verder nagekeken en voorzien van feedback. De beoordelaar kent aan ieder item een aantal punten toe op een 5-puntsschaal (1-5). Onder Succesindicatoren zijn aandachtspunten beschreven bij ieder item. De beoordelaar kiest het aantal punten (1-5) dat het beste van toepassing is op het item, zoals hieronder bij Toelichting scores verder wordt toegelicht. De beoordelaar geeft feedback door aan te geven waar de student naar toe werkt, waar hij nu staat ten opzichte van het gewenste resultaat en hoe de student verder kan werken om het gewenste resultaat te bereiken).
- De beoordelaar berekent het eindcijfer aan de hand van de volgende formule:
Cijfer = ((gewogen som – 1) / 4) * 10. De cesuurgrens ligt op 5,5 - Indien de beoordeling tot een eindcijfer tussen 5 of 6 leidt, dan schakelt de verantwoordelijke examinator een onafhankelijke tweede beoordelaar in. Na de beoordeling van de tweede beoordelaar vindt een afstemmingsoverleg plaats. Indien beide beoordelaars gezamenlijk niet tot een eenduidig eindcijfer kunnen komen wordt een derde beoordelaar aangevraagd bij de verantwoordelijke examinator. Deze derde beoordelaar is inhoudelijk expert en past een marginale toetsing toe van de beoordeling door de eerste en tweede beoordelaar, op basis van kennis van de oordelen van de eerste en tweede beoordelaar en de onderbouwing daarvan. Het oordeel van de derde beoordelaar is bindend.
- Ook bij een herkansing dien je je voorafgaand aan het inleveren in te schrijven in OSIRIS. Bij een eventuele herkansing is het mogelijk om 1 onderdeel te herkansen. De procedure voor toetsing en beoordeling is verder gelijk aan de procedure bij de eerste kans. Indien je een toets van het vorige studiejaar moet herkansen geldt, in overeenstemming met de Onderwijs- en Examenregeling (art 3.5 lid 1.e) dat je moet uitgaan van een nieuwe leeruitkomst- en toetsbeschrijving. Je kunt met de betreffende docent van de leeruitkomst overleggen over de wijzigingen die daarin zijn aangebracht ten opzichte van de gelegenheden eraan voorafgaand. Dit betekent dat de herkansing wordt nagekeken volgens het dan geldende beoordelingsformulier van het huidige studiejaar.Wanneer alle eindcijfers van de toets bekend zijn zorgt de examinator ervoor dat deze cijfers worden ingevoerd in OSIRIS. Daarna worden de beoordelingsformulieren inclusief de feedback naar de studenten verstuurd.
Herkansing
Ook bij een herkansing dien je je voorafgaand aan het inleveren in te schrijven in OSIRIS. Bij een eventuele herkansing is het mogelijk om 1 onderdeel te herkansen. De procedure voor toetsing en beoordeling is verder gelijk aan de procedure bij de eerste kans. Indien je een toets van het vorige studiejaar moet herkansen geldt, in overeenstemming met de Onderwijs- en Examenregeling (art 3.5 lid 1.e) dat je moet uitgaan van een nieuwe leeruitkomst- en toetsbeschrijving. Je kunt met de betreffende docent van de leeruitkomst overleggen over de wijzigingen die daarin zijn aangebracht ten opzichte van de gelegenheden eraan voorafgaand. Dit betekent dat de herkansing wordt nagekeken volgens het dan geldende beoordelingsformulier van het huidige studiejaar.
Toelichting scores
5: Criterium bevat ruimschoots alle essentiële informatie, voldoet ruimschoots aan de beschrijving. De uitwerking stijgt duidelijk uit boven het niveau dat van een beginnend beroepsbeoefenaar verwacht mag worden. De uitwerking bevat diepgaande analyse/argumentatie/onderbouwing, en is consistent en logisch uiteengezet in samenhang met de andere onderdelen.
4: Bevat alle essentiële informatie, voldoet ruimschoots aan de beschrijving. De uitwerking is op of boven het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar, analyse/argumentatie en onderbouwing bevatten ruim voldoende diepgang. De uitwerking is consistent en logisch.
3: Bevat alle essentiële informatie, voldoet grotendeels aan de beschrijving. De uitwerking is op niveau van een beginnen beroepsbeoefenaar Analyse/argumentatie/onderbouwing bevatten geen onjuistheden maar kunnen diepgaander/logischer uiteengezet worden.
2: Het onderdeel voldoet niet volledig aan de beschrijving. De uitwerking bevat kleine omissies van informatie en/of onjuistheden in onderliggende concepten/analyses/argumentatie/onderbouwing.
1: Het onderdeel voldoet niet aan de beschrijving. Belangrijke informatie ontbreekt (grote omissies), en/of er zijn grote onjuistheden met betrekking tot onderliggende concepten/analyses/argumentatie/onderbouwing.