Toetsbeschrijving Beroepsproduct Advies

I Leeruitkomst

De student is beroepsbekwaam in de verpleegkundige zorgpraktijk ten aanzien van de rollen Reflectieve EBP professional, Organisator en Professional en kwaliteitsbevorderaar.

II Opdracht

Je maakt zelfstandig een adviesproduct op basis van de resultaten van een praktijkgericht onderzoek dat je uitvoert. Dit adviesproduct kan gebruikt worden in de praktijk en bevordert de kwaliteit van de zorg. Hier enkele voorbeelden ter inspiratie:

  1. een nieuw protocol gebaseerd op een EBP richtlijn;
  2. een beslisboom voor verpleegkundigen;
  3. een (voorlichtings)film voor patiënten of collega’s;
  4. een training en/of klinische lessen voor verpleegkundigen;
  5. een draaiboek voor voorlichting aan een specifieke categorie patiënten.

Voordat je een passend adviesproduct kunt ontwikkelen, voer je een praktijkgericht onderzoek uit. Je gaat een concreet probleem bestuderen dat speelt in de praktijk. De resultaten van je onderzoek vertaal je in een adviesproduct dat bijdraagt aan de oplossing van dit probleem. Voordat het onderzoek start, schrijf je een projectvoorstel. Hierin maak je het probleem helder, beschrijf je de context van het probleem en de manier waarop je het onderzoek aanpakt.

Beroepsproduct Advies bevat 4 deeltoetsen:

  1. Concept projectvoorstel (formatief).
  2. Projectvoorstel (summatief).
  3. Concept poster (formatief).
  4. Projectuitvoering (summatief).

Meestal wordt een onderwerp voor de opdracht aangedragen vanuit de praktijk, vaak in samenwerking met een van de lectoraten of learning communities. Het is ook mogelijk om zelf een onderwerp te kiezen in overleg met de praktijk. Het betreft een individuele toets. Je mag wel samen met andere studenten aan een grotere opdracht werken, maar in dat geval moet elke student een andere vraagstelling hebben.

1. Concept projectvoorstel (formatieve opdracht)

Inhoud

Deze opdracht is gericht op het vormgeven van je projectvoorstel. Je kiest een onderwerp in overleg met de praktijk. Je bespreekt met je praktijkbegeleider (en andere collega’s) het praktijkprobleem en het doel dat je wilt bereiken. Ook zoek je naar achtergrondinformatie in (wetenschappelijke) literatuur over dit onderwerp. Deze informatie gebruik je voor het opzetten van je concept projectvoorstel. Het concept projectvoorstel is een Word document dat bestaat uit maximaal 5 A4 (exclusief referentielijst, tijdsplanning en titelblad) in lettergrootte 11 pt. Het concept projectvoorstel bestaat uit:

  • Titelblad met daarop de titel van het project, je naam en studentnummer, naam van de docentbegeleider, naam en instelling van de praktijkbegeleider.
  • Inleiding (probleemanalyse op macro-meso-microniveau, onderbouwd met literatuur).
  • Doelstelling en vraagstelling; Methode (onderzoeksdesign, populatie, dataverzameling, data-analyse).
  • Tijdsplanning.
  • Referentielijst.

Inleveren

In week 7 op maandag voor 12.00 uur lever je het concept projectvoorstel in via OnStage. Naamgeving bestand: “voornaam achternaam studentnummer concept projectvoorstel”.

Beoordeling

Je concept projectvoorstel wordt door de docentbegeleider schriftelijk van feedback voorzien in het aangeleverde Word bestand. Eventueel kan deze feedback mondeling toegelicht worden.

2. Projectvoorstel (summatieve toets; 40% van je eindcijfer)

Inhoud

De feedback die je kreeg op je concept projectvoorstel, verwerk je in je definitieve projectvoorstel. Het definitieve projectvoorstel is een Word document dat bestaat uit maximaal 5 A4 (exclusief referentielijst, tijdsplanning en titelblad) in lettergrootte 11 pt. Het projectvoorstel bevat de volgende onderdelen:

  • titelblad met daarop de titel van het project, je naam en studentnummer, naam van de docentbegeleider, naam en instelling van de praktijkbegeleider;
  • inleiding (probleemanalyse op macro-meso-microniveau, onderbouwd met literatuur);
  • doelstelling en vraagstelling;
  • methode (onderzoeksdesign, populatie, dataverzameling, data-analyse);
  • tijdsplanning;
  • referentielijst.

Inleveren

In week 9 op maandag voor 12.00 uur lever je het definitieve projectvoorstel in via OnStage met Ephoruscheck. Naamgeving bestand: “voornaam achternaam studentnummer projectvoorstel”. De herkansing vindt plaats in week 13, op maandag voor 12.00 uur.

Beoordeling

Het projectvoorstel wordt summatief getoetst door twee docentbeoordelaars. De praktijk heeft een zwaarwegend advies wat betreft de afstemming met de praktijk en de uitvoerbaarheid van het projectvoorstel. De docentbeoordelaars beoordelen de inhoud van het projectvoorstel.

3. Concept poster

Inhoud

Om tot het beroeps product advies te komen voer je het praktijkgericht onderzoek uit dat je in je projectvoorstel beschreven hebt. Je verzamelt en analyseert data. Dit leidt tot resultaten. Aan de hand van de resultaten bedenk je verschillende oplossingsrichtingen voor het praktijkprobleem en ontwikkel je een Advies product dat bijdraagt aan de oplossing van dat probleem. Tijdens dit proces houd je de praktijkbegeleider op de hoogte van je vorderingen en betrek je de afdeling bij het onderzoek en de vertaling van de resultaten naar oplossingsrichtingen. Het praktijkgericht onderzoek en de vertaling van de resultaten naar het advies product beschrijf je in een poster (zie voor meer informatie over de inhoud van de poster onder 4a). Het concept van je poster vormt de formatieve toets.

Inleveren

In week 17 op maandag voor 12.00 uur lever je het concept van je poster in via OnStage. Naamgeving bestand: “voornaam achternaam studentnummer concept poster”.

Beoordeling

Je concept poster wordt door de docentbeoordelaar van schriftelijke feedback voorzien.

4. Projectuitvoering (60% van je eindcijfer)

Inhoud

De deeltoets Projectuitvoering bestaat uit 3 onderdelen:

  1. Poster
  2. Adviesproduct
  3. Presentatie

a. Poster

Je geeft een beschrijving van je praktijkgericht onderzoek in de vorm van een Poster (A1 formaat). In de poster verantwoord en onderbouw je hoe je tot het advies product gekomen bent op basis van je praktijkgericht onderzoek. De poster bevat de volgende onderdelen:

Korte inleiding
  • aanleiding en context waarvoor het advies product ontwikkeld is;
  • vraagstelling en/of doelstelling.
Korte beschrijving van de methode
  • design;
  • populatie;
  • data verzameling;
  • data analyse.
Resultaten
  • weergave van resultaten.
Conclusie en aanbevelingen
  • geeft antwoord op je onderzoeksvraag;
  • vertaling van resultaten naar adviesproduct.
Adviesproduct
  • beschrijving van adviesproduct
  • verantwoording van inhoud en vorm van adviesproduct.

b. Adviesproduct

De vorm van je adviesproduct mag je zelf kiezen, zie pagina 1 voor voorbeelden. De vorm moet natuurlijk wel aansluiten bij de inhoud en het doel van het product en bij de doelgroep.

c. Presentatie

Tijdens een tentoonstelling in week 20 of 24 presenteer je jouw onderzoek en adviesproduct in het Engels aan docenten, studenten en het werkveld aan de hand van je poster en je beantwoordt hun vragen (in het Nederlands of Engels). Je legt uit wat de toegevoegde waarde van jouw adviesproduct is voor de verpleegkunde en de maatschappij. Je laat zien dat je op een gelijkwaardige manier in gesprek kan gaan met anderen, waarbij je reflecteert op het ontwikkelde product en hoe dit tot stand kwam.

Inleveren

Poster

Voor maandag 12.00 uur in week 20 of week 24, lever je de definitieve versie van de poster (PDF document) in via OnStage met Ephoruscheck.

Adviesproduct

Voor maandag voor 12.00 uur in week 20 of week 24, lever je het Adviesproduct in via OnStage. Als het product niet digitaal in te leveren is, dan overleg je met je docentbegeleider hoe je het inlevert.

Presentatie

In week 20 of week 24 vindt de tentoonstelling plaats. De tijdsduur van de presentatie is ca. 10 minuten, bestaande uit een pitch van ca. 2 minuten en een vraaggesprek van ca. 8 minuten.

De herkansing van Poster, Adviesproduct en Presentatie is in week 24. Indien voor de eerste gelegenheid is gekozen voor week 24, dan is de herkansing in week 28.

Beoordeling

Poster (70% van het deelcijfer Projectuitvoering)

De Poster wordt summatief getoetst door twee docentbeoordelaars volgens het beoordelingsformulier Projectuitvoering.

Adviesproduct (10% van het deelcijfer Projectuitvoering)

Het Adviesproduct wordt summatief getoetst door twee docentbeoordelaars, waarbij de begeleider uit de praktijk een zwaarwegend advies geeft. Het adviesproduct wordt beoordeeld op de uitvoering van het onderzoek, het ontwikkelproces en de meerwaarde voor de praktijk.

Presentatie (20% van het deelcijfer Projectuitvoering)

De Presentatie tijdens de tentoonstelling wordt summatief getoetst. De beoordeling vindt plaats door twee docentbeoordelaars.

Voor de berekening van je eindcijfer telt het Projectvoorstel voor 40% mee en de Projectuitvoering voor 60%. Het eindcijfer wordt afgerond op 0,1.

III Leerdoelen

  1. De student kan een congruent (Nederlandstalig/Engelstalig) projectplan schrijven, met daarin een probleemomschrijving, onderzoeksvraag, doelstelling, methode van dataverzameling, analyse en referenties.
  2. De student kan helder en bondig rapporteren over een zelfdoorlopen onderzoeks- en productontwikkelproces, met verantwoording van de vorm en de inhoud van het ontwikkelde product.
  3. De student kan een op eigen onderzoek gebaseerd product ontwikkelen dat bijdraagt aan de kwaliteit van de zorg.
  4. De student kan presenteren over en reflecteren op het ontwikkelproces en de toegevoegde waarde verantwoorden van het ontwikkelde product voor de beroepsgroep en de maatschappij.

IV Werkwijze (lesinhoud)

Gedurende de afstudeerperiode loop je 4 dagen in de week stage. De lessen zijn in de vorm van workshops. De workshops zijn ‘blended’ vormgegeven. Dit wil zeggen dat je vooraf de theorie bestudeert, vragen bedenkt en een voorbereidende opdracht maakt. Tijdens de workshops worden de vragen besproken, ga je actief aan de slag en pas je de theorie toe. Je werkt hierbij aan je eigen project. Neem dus altijd een laptop mee en andere materialen die je op dat moment nodig hebt.

Tijdens eerste weken van de stage bespreek je met je praktijkbegeleider de mogelijke onderwerpen voor je Beroepsproduct Advies. Je gaat op zoek naar informatie in de (wetenschappelijke) literatuur en protocollen binnen de afdeling. In de latere weken bespreek je daar ook de beoogde opzet en uitvoering en de resultaten van je onderzoek. Tevens ga je in gesprek met de praktijk over de resultaten met als doel de ideeën te ontwikkelen waarmee je een zo goed mogelijk adviesproduct kunt ontwikkelen.

V Beoordeling opdracht (zie beoordelingsformulier)