Leeruitkomst en toetsing Methodische Kwaliteitszorg

Leeruitkomst

Je ontwikkelt op methodische wijze (doelgericht, systematisch, planmatig en reflectief) een voorstel voor kwaliteitsverbetering van een verpleegsituatie of verpleegbeleid en bespreekt dit voorstel met collega’s. Je legt uit hoe deze potentiële verbetering gemonitord en geborgd wordt. Je schrijft je voorstel vanuit jouw visie op kwaliteit en patiëntveiligheid en onderbouwt je voorstel met resultaten van (inter)nationaal onderzoek en relevante wet- en regelgeving. Je reflecteert op je handelen aan de hand van een methodiek voor reflectie.

De toets

Voor het maken van een voorstel voor kwaliteitsverbetering van een verpleegsituatie of verpleegbeleid (het verbetervoorstel), doorloop je de volgende stappen:

  1. Beschrijf in het verbetervoorstel de huidige bestaande situatie op de afdeling met betrekking tot kwaliteitszorg.
  2. Beschrijf je visie op kwaliteit van zorg ten aanzien van het gekozen onderwerp van het verbetervoorstel
  3. Beschrijf de huidige situatie op de afdeling met betrekking tot de het gekozen onderwerp van het verbetervoorstel. Beschrijf hierbij eveneens op welke manier de zorginstelling verantwoording aflegt aan externen.
  4. Beschrijf de inhoud, borging en monitoring van de gewenste situatie (voorgestelde verbetering) met behulp van evidence based literatuur.
  5. Beschrijf met behulp van welke kwaliteitsmethoden, -modellen of –instrumenten je de gewenste situatie in kaart brengt.
  6. Leg uit waarom de gewenst situatie past bij de uitgangspunten van kwaliteitszorg van de zorginstelling/afdeling en op welke manier je rekening hebt gehouden met patiëntenuitkomsten en de ontwikkelingen van e-health.
  7. Beschrijf de methodische werkwijze / beschrijf hoe je de kwaliteitscyclus hebt toegepast.
  8. Beschrijf welke feedback je van collega’s hebt ontvangen en wat je wel of niet met de feedback hebt gedaan en waarom.
  9. Beschrijf welke zichtbare / toetsbare bijdragen het verbetervoorstel heeft aan de op de afdeling geldende kwaliteitssystemen.
  10. Leg uit waarom je verbetervoorstel haalbaar, toepasbaar en realistisch is.
  11. Verwerk de informatie uit de stappen 1 t/m 10 in je verslag.
  12. Schrijf een methodische reflectie over jouw professioneel handelen.

Planning – beoordeling – bepaling cijfer/cesuur – inzage

Toetsdatum

Het inleveren van het beroepsproduct kan in elke 3e en 7de week van een leeruitkomst op vrijdag voor 17.00 uur. Zie voor een overzicht van de data de jaarplanning in de studiegids

Beoordeling

  • De toets wordt beoordeeld aan de hand van de rubric behorende bij deze toets.
  • Een voldoende praktijkadvies is voorwaardelijk aan het toegekend krijgen van de studiepunten die aan deze leeruitkomst zijn verbonden. Het praktijkadvies is zwaarwegend. Door de toelichting bij het advies wordt de beoordeling onderbouwd. Wanneer de onderbouwing niet duidelijk is, of tot vragen leidt, neemt de docent contact op met je werk/praktijkbegeleider.
  • Je krijgt feedback op je beoordeling aan de hand van de ingevulde rubric. Het cijfer wordt bekend gemaakt in OSIRIS.

Bepaling cijfer en cesuur

Het cijfer komt als volgt tot stand:

Startpunt is de meest linker kolom in de rubric (zie hierna): wanneer aan alle indicatoren binnen het vak voldaan wordt, wordt het betreffende onderdeel met 5 punten beoordeeld. Wanneer dat niet het geval is, wordt de kolom met het beoordelingsniveau met 3 punten gehanteerd. Wordt aan alle indicatoren in dat vak voldaan, dan worden voor het betreffende onderdeel 3 punten toegekend. Wanneer ook niet aan al de indicatoren van 3 punten wordt voldaan, schuift de beoordeling nog een kolom naar rechts op (en scoort het betreffende onderdeel 1 punt) Wanneer ruimschoots aan de indicatoren voor 3 punten wordt voldaan, maar nog niet aan 5 punten dan worden 4 punten toegekend. Wanneer ook niet aan al de indicatoren van 3 punten wordt voldaan, wordt de kolom met 1 punt gehanteerd. Wanneer het niveau van 1 punt wordt overstegen maar niet aan alle indicatoren voor 3 punten wordt voldaan worden 2 punten toegekend.

Puntentotaal

(inhoud + schrijven)

Cijfer Puntentotaal

(inhoud + schrijven)

Cijfer
44 – 45 10 24 – 26 5
42 – 43 9,5 22 – 23 4,5
40 – 41 9 20 – 21 4
38 – 39 8,5 18 – 19 3,5
36 – 37 8 16 – 17 3
34 – 35 7,5 14 – 15 2,5
32 – 33 7 12 – 13 2
30 – 31 6,5 10 – 11 1,5
28 – 29 6 < 10 1
27 5,5